Bijzonder en Helmonder: fraaie aquarellen van een laatbloeier
Al in de gang richting haar appartement hangen de fraaie aquarellen. Mevrouw Verspaget doet de deur stralend open en laat in haar woon- en slaapkamer nog meer werk zien: boeketten, schepen aan de steiger, vissen, portretten…

Onder dat alles als signatuur steeds: R. Peters. “Mijn man vond het schilderen maar niets, dus toen ben ik mijn meisjesnaam er onder gaan zetten. Daar was hij wel boos over, maar ik ben het blijven doen,” vertelt ze haast ondeugend.
Patroon
Mevrouw Verspaget – of moeten we in dit kader Peters zeggen? – is een echte laatbloeier: “Toen ik vijftig was, ben ik pas begonnen met schilderen. Ik had altijd wel het gevoel ‘dat kan ik ook’, maar je hebt je gezin en je kinderen en je komt nergens aan toe. Maar toen werd ik vijftig en vroegen de kinderen wat ik wilde hebben. Nou dat wist ik wel: een schetsblok, een potlood en een gum. Een week later stond er een advertentie in de krant met cursussen. Ik heb me opgegeven en toen is het begonnen.” Ze vertelt hoe ze door een gepensioneerd ontwerper van Vlisco bij de cursus op sleeptouw werd genomen. Twintig jaar kreeg ze les van hem. “En tussendoor heb ik ook lessen gevolgd bij echte kunstenaars. Anders blijf je in het patroon van één man hangen.” Inmiddels heeft ze de lessen achter zich gelaten en schildert ze alleen nog thuis. Als tijdverdrijf, zoals ze zelf zegt. “Maar ik ga nu wel weer naar stadshobbycentrum ‘Het Baken’. Eén middagje om jezelf ook een beetje te dwingen om bezig te blijven. Anders verzwak je.”
Iets nieuws
Mevrouw Verspaget vertelt hoe het begon met potlood. Daarna werd het kleurpotlood en uiteindelijk werd het aquarel. “Voor mij is dat het mooiste wat er is. Het begint vaak met een klein fotootje in een tijdschrift, dat ik mooi vind. Dat knip ik dan uit en schilder ik na. Vaak loop ik er wel eerst een hele tijd mee rond. Dan wil ik het wel schilderen, maar denk ik dat ik het niet kan. Het is ook echt lastig. Bij aquarel is alles transparant. Je kunt niets verbergen dus het moet in één keer goed zijn. Anders kan het weg. Maar ik ben nu begonnen met iets anders: Gustav Klimt. Mijn begeleider zei: ‘da kunde gai ok’ op zijn Helmonds. Hij heeft spullen meegebracht en nu werk ik eraan. Dat gaat met koperfolie. Ik ben nog niet tevreden. De borsten hangen te laag. Maar ja, als je het origineel erbij pakt, zie je dat de navel ook op een gekke plek zit. Maar het is leuk om weer iets nieuws te proberen op je 85e.”
Koningin
Een enkele keer verkoopt mevrouw Verspaget werk: “Ik had op de gang een winterlandschap hangen en een jongen wilde dat schilderij heel graag kopen voor een vriend in Spanje. Omdat het mooi was en heel Hollands. Die vriend in Spanje was laaiend enthousiast. Dus af en toe verkoop ik wel. De dame die hier altijd kwam poetsen wilde die bootjes hebben,” ze wijst naar de muur. “Maar die wilde ik houden. Ik heb geprobeerd ze voor haar na te schilderen
Toen ik vijftig was, ben ik pas begonnen met schilderen. Ik had altijd wel het gevoel ‘dat kan ik ook’!
Ik vond dat het niet zo goed gelukt was, maar zij was heel tevreden.” Mevrouw Verspaget zelf hoeft niet weg naar Spanje. Ze is erg blij met hoe ze hier woont aan de Deltaweg. “Ik woon hier zalig. Ik ben lekker op mijn eigen. Ik doe hier met alles mee, maar moet wel mijn eigen plekje hebben. Ik voel dat de andere bewoners me wel waarderen. Ze zijn allemaal na mij gekomen en ze zijn heel positief. Het is leuk om gewaardeerd te worden.
Dat heb ik ook als ik bij de schildersclub kom. Ik ben daar de koningin, zeggen ze altijd,” ze lacht er hard om. “Ik weet ook niet waarom.” Mevrouw Verspaget heeft haar schilderspullen erbij gepakt: de verf en een vel op haar lievelingsformaat 30x40. Ze begint aan tafel in alle rust te schilderen: “Soms begin ik ergens aan en dan denk ik, waar ben je aan begonnen. En dan wordt het plots heel mooi. Dan verras ik mezelf eigenlijk.”
Hoe mooi is dat, als je op je 85e nog verrast kan worden door je eigen talent.